Interview met Milja de Vries, apotheker Redacteur/Adviseur Farmacotherapeutisch Kompas bij het Zorginstuut Nederland (ZINL).
1. Misschien even kort voor de mensen die het Zorg Instituut Nederland niet kennen. Wat is de taak van het ZINL?
Zorginstituut Nederland (ZINL) heeft een belangrijk aandeel in het op peil houden van de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de gezondheidszorg. Dit doet het zorginstituut o.a. door het adviseren van de overheid (VWS) over de inhoud en omvang van het basiszorgverzekeringspakket. Hierbij kijkt het zorginstituut onder meer of behandelingen die tot het pakket worden toegelaten kostenefficiënt zijn, maar ook naar de noodzakelijkheid van de vergoedingen en de maatschappelijke wensen. Een andere belangrijke taak is het stimuleren van continue kwaliteitsverbeteringen in de zorg door zorgverleners, zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties te helpen bij het ontwikkelen van kwaliteitsstandaarden en informatiestandaarden en deze te registreren. Daarnaast wil het zorginstituut de inzichtelijkheid bevorderen door het voor iedereen toegankelijk maken van begrijpelijke en betrouwbare informatie over de kwaliteit van de geleverde zorg.
2. Wat is uw functie bij het ZINL?
Ik ben redacteur/adviseur bij het Farmacotherapeutisch Kompas (FK). Het Farmacotherapeutisch Kompas is een (online) product van het zorginstituut.
3. Het “Farmacotherapeutisch Kompas” klinkt als iets dat richting aangeeft. Wat is het Kompas en wie voor wie is het bedoeld?
Het farmacotherapeutisch Kompas (FK) is een platform dat objectieve informatie over geneesmiddelen publiceert (via website en App), met als doel om voorschrijvers van geneesmiddelen te ondersteunen bij het gepast voorschrijven van geneesmiddelen. Daartoe biedt het voorschrijvers beslissingsondersteunende informatie over geneesmiddelen en hun toepassingen. De primaire doelgroep van het FK is de (aspirant) arts (zoals huisartsen, specialisten), hoewel het FK ook door anderen (bv. studenten farmacie/geneeskunde) wordt gebruikt. Het FK beschrijft alle geregistreerde geneesmiddelen die op de Nederlandse markt zijn, plus de apotheekbereidingen. De geneesmiddelen zijn voorzien van adviezen ter ondersteuning bij het voorschrijven. Daarnaast bevat het FK teksten over alle geneesmiddelgroepen en over de meest voorkomende aandoeningen (indicaties),wetenschappelijke achtergrondinformatie, kostenoverzichten van vergelijkbare geneesmiddelen en links naar content op andere sites die toegevoegde waarde voor de doelgroep van onze gebruikers bieden.
4. Is in grote lijnen aan te geven welke thema’s momenteel actueel zijn, waar gaat de meeste aandacht naar uit?
Hart- en vaatziekten staan bovenaan! Het FK bevat ook wetenschappelijke achtergrondinformatieteksten (ook wel ‘ indicatieteksten’ genoemd) van de meest voorkomende indicaties. Het betrof van oorsprong een top 100 aan indicaties maar deze breidt zich momenteel nog uit (> 110 indicatieteksten). De top 10 wordt vrijwel geheel ingenomen door hart- en vaataandoeningen met bv. Hypertensie op nr. 1, Hypercholesterolemie op nr. 3 en Secundaire preventie na een herseninfarct op nr. 7. Diabetes mellitus staat op nr. 9 (type 1) en 10 (type 2). Allergische rinitis staat op rangorde nr. 47 in de top 100.
5. Op de website van het ZINL worden kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg genoemd als de belangrijkste doelstellingen van de organisatie. Is er in algemene zin iets te zeggen over de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de behandelingen van allergische rinitis?
Allergische rinitis wordt behandeld volgens de richtlijnen van de beroepsgroep (NHGstandaard voor huisartsen). Richtlijnen zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek aangevuld met expertise en ervaringen van zorgprofessionals en –gebruikers. Daarmee mag je er zeker van uitgaan dat de kwaliteit van de behandeling van allergische rinitis goed is aangezien artsen er naar streven te handelen volgens de richtlijn. De meeste middelen bij allergische rinitis maken deel uit van het basispakket (vergoed vanuit basiszorgverzekering)
en zijn daarmee dus toegankelijk en betaalbaar.
6. Begin mei is de NHG-standaard voor Allergische rinitis (o.a. hooikoorts) vernieuwd. (zie interview over de nieuwe NHG-standaard met de heer Sijbom >> ). Is het Farmacotherapeutisch Kompas betrokken bij de standaarden? Heeft deze nieuwe standaard praktische consequenties voor het Kompas?
Ja (antwoord op de eerste vraag): De conceptstandaarden (maar ook de kleinere NHGBehandelrichtlijnen) worden tijdens een externe commentaarronde aan diverse partijen, waaronder het ZINL, voorgelegd. De redactie van het FK heeft op deze manier de mogelijkheid om (namens ZINL) evt. commentaar te leveren op de conceptstandaard voordat deze uiteindelijk gepubliceerd wordt.
Ja (antwoord op de tweede vraag): Praktische consequentie van een
nieuwe/geactualiseerde NHG-standaard of behandelrichtlijn is dat het FK de indicatietekst hierop (eventueel) gaat aanpassen zodat ‘onze’ adviezen overeenstemmen met de meest actuele adviezen van de beroepsgroep. Zo wordt op dit moment van schrijven zowel de indicatietekst Allergische rhinitis als Conjunctivitis aan de (externe) Commissie FK van de Wetenschappelijke AdviesRaad (WAR-CFK) voorgelegd ter beoordeling. Deze commissie bestaat uit diverse praktiserende huisartsen en specialisten.
7. Zijn er naast de NHG-standaard voor Allergische rinitis nog andere standaarden relevant voor hooikoortspatiënten?
Ja, in de NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma (2017) wordt allergische conjunctivitis (allergische oogontsteking) behandeld. Vaak komen oog- en neusklachten tegelijkertijd voor maar dit hoeft niet. Het kan ook zijn dat patiënten alleen last hebben van oogklachten a.g.v. hooikoorts.
8. Wat is de GIP-databank?
De GIPdatabank bevat informatie over het gebruik van genees- en hulpmiddelen in Nederland over een periode van vijf jaar. Het gaat over middelen die extramuraal, buiten instellingen als ziekenhuizen en verpleeghuizen, zijn verstrekt en zijn opgenomen in het basispakket Zorgverzekeringswet. De informatie is gebaseerd op de database van Zorginstituut Nederland met daarin alle declaraties van de zorgverzekeraars.
9. Is in grote lijnen aan te geven hoeveel er jaarlijks aan medicatie voor pollen allergie wordt uitgegeven via recepten?
Nee, dit is lastig omdat de diverse middelen/groepen ook voor andere indicaties worden voorgeschreven. Corticosteroïd neussprays worden bv. ook voor niet-seizoensgebonden allergische rinitis (bv. huisstofmijtallergie) of bij niet-allergische rinitis (vasomotore rinitis) voorgeschreven . Orale antihistaminica worden ook voor diverse aandoeningen voorgeschreven (bv. urticaria).
10. Huisartsen kunnen hooikoortspatiënten indelen in 3 groepen: incidentele klachten, milde klachten en matige tot ernstige klachten. Bij elk niveau hoort een andere aanpak en medicijnkeuze. Is uit de GIP-databank te halen of er de afgelopen jaren verschuivingen zijn opgetreden tussen deze groepen?
Er is wel te zien uit gebruikersgegevens dat gedurende 2012 tot 2016 het aantal corticosteroïd neusspray gebruikers flink is toegenomen met ca. 55.000, het aantal antihistaminicum neusspray gebruikers met ca. 15.000 en het aantal antihistaminicum tablet gebruikers (gekeken naar totaal van loratidine, desloratidine, cetirizine en levocetirizine tablet gebruikers) met grofweg 67.000 gebruikers is toegenomen. Gezien de vrije verkrijgbaarheid van enkele antihistaminicum tabletten zal dit laatste getal hoogstwaarschijnlijk nog veel hoger liggen. Een verschuiving naar meer gebruikers dus in alle groepen geneesmiddelen bij hooikoorts met als koploper de orale systemische antihistaminica (tabletten). Aangezien de antihistaminicum tabletten bij zowel incidentele, milde als lichte klachten (kunnen) worden ingezet (en deze ook voor andere aandoeningen nog kunnen worden voorgeschreven) is hier niet echt iets te zeggen over verschuivingen tussen de groepen afgelopen jaren. De groep met incidentele klachten van hooikoorts zal over het algemeen sowieso vaker met een zelfzorgmiddel/vrij verkrijgbaar antihistaminicumtabletje uitkomen en valt dan ‘buiten’ de gegevens van de GIP-databank.
11. Een aanzienlijk deel van de hooikoortspatiënten betrekt middelen zoals tabletten en neussprays via de drogist en niet via de huisarts. Is bekend hoe deze verhouding ligt als het gaat om de kosten?
Nee, dit wordt lastig omdat er geen inzage is hoeveel (vrij verkrijgbare) middelen bv. via drogist (Kruidvat, Etos etc..) worden verkocht hiervoor.
Voor vragen of opmerkingen kunt u uiteraard altijd even conctact opnemen via info@pollennieuws.nl.
Website Zorginstituut Nederland: www.zorginstituutnederland.nl
Website GIP-databank: https://www.gipdatabank.nl/
Website Farmacothermapeutisch Kompas: www.farmacotherapeutischkompas.nl