Bij het Nivel, het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg, wordt o.a. bijgehouden met welke klachten mensen naar de huisarts gaan. Afgelopen twee weken was dat een recordhoeveelheid hooikoortspatiënten. 

Om wat meer te weten komen over het hooikoortsonderzoek van het Nivel een aantal vragen aan Mariette Hooiveld, projectleider Surveillance,  en aan Eva Bolt, huisarts verbonden aan het Nivel. 

1. Misschien even in het kort voor de mensen die het Nivel niet kennen. Wat is de taak van het Nivel?

Mariette: Het Nivel is een onderzoeksinstituut, dat zich richt op allerlei aspecten van de gezondheidszorg. Al ons onderzoek draait om de vraag hoe we de zorg voor de patiënt kunnen verbeteren.

2. Wat voor een soort onderzoeken voert het Nivel uit?

Mariette: Het Nivel doet onderzoek vanuit drie elkaar aanvullende onderzoeksperspectieven: dat van patiënten, cliënten en burgers, dat van zorgaanbieders en dat van de organisatie van de zorg. We werken veel samen met allerlei partijen die zich op het terrein van gezondheidszorg en gezondheidszorgonderzoek begeven, zowel nationaal als internationaal, zoals: de overheid en andere beleidsorganen, universiteiten, andere onderzoeksorganisaties, beroepsorganisaties en patiëntenorganisaties. Voor ons onderzoek maken we onder andere gebruik van onze panels, zorgregistraties en beroepenregistraties.

3. Het Nivel publiceert “de surveillance”, een wekelijks bulletin over symptomen en aandoeningen op basis van gegevens van huisartsen. Hoe komt deze surveillance tot stand?

Mariette: Met Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn verzamelen en analyseren we de gegevens die deelnemende zorgverleners vastleggen in hun elektronische medische dossiers. Van zo’n 380 huisartsenpraktijken komen deze gegevens wekelijks binnen en daarmee hebben we een actueel beeld van het vóórkomen en de verspreiding van de heersende gezondheidsproblemen in Nederland waarvoor de huisarts is geraadpleegd. Zo’n 40 deelnemende huisartsenpraktijken, de Peilstations, rapporteert daarnaast over het aantal patiënten met griepachtige klachten. Niet iedereen die 'griep' heeft is besmet met het influenzavirus, vandaar deze omschrijving.  Bij een deel van deze patiënten met griepachtige klachten of een andere acute luchtweginfectie wordt een keel- en neuswat afgenomen. Het RIVM onderzoekt of er een virus in de watten zit, en zo ja welk. Er wordt getest op influenzavirus, SARS-CoV-2-virus (dat de ziekte COVID-19 kan veroorzaken) en een aantal andere luchtwegvirussen.



4. De epidemische grens voor griep ligt bij 50 huisartsbezoeken per 100.000 inwoners. Hoe wordt deze “epidemische grens” bepaald?

Mariette: Voor het berekenen van de grenswaarde wordt gebruik gemaakt van de cijfers van de Peilstations van de voorgaande tien winters over het aantal patiënten met griepachtige klachten én van de resultaten van de testen bij die patiënten. Kort gezegd wordt gekeken bij welke waarde het aantal patiënten met griepachtige klachten sterk begon toe te nemen, wat gezien kan worden als het begin van een epidemie. Het overschrijden van de grenswaarde alleen is niet voldoende om van een griepepidemie te spreken. Uit de resultaten van de afgenomen keel- en neuswatten moet ook blijken dat een deel van deze patiënten ook daadwerkelijk het influenzavirus had.

5. Week 23 van 2021 was met 577 bezoeken een “all-time high”. Is er voor hooikoorts ook sprake van een soort epidemische grens? 

Mariette: Infectieziekten, zoals griep en COVID-19, wil je zoveel mogelijk proberen te voorkomen, bijvoorbeeld door vaccinatie. Daarom moet je daar goed zicht op houden, want als er plotseling meer gevallen zijn dan normaal, dan moeten er wellicht maatregelen getroffen worden. Hooikoorts kan je niet voorkomen; je kan er hooguit voor zorgen dat je er minder last van hebt. Meldingen over het aantal pollen in de lucht zijn daarbij handig. Maar de overheid kan geen maatregelen treffen als er sprake is van veel pollen.


grafiek: registratie van hooikoortsgerelateerde huisartsbezoeken 2017-2021


6. Lopen er naast de surveillance nog andere onderzoeken op het gebied van Allergische Rhinitis (hooikoorts)?

Mariette: Met de surveillance van Nivel Zorgregistraties worden in principe alle gezondheidsproblemen in de gaten gehouden waarvoor mensen bij de huisarts komen. 

7. Bomen, grassen en kruiden bloeien elk jaar. Het verloop van de pollendruk is echter elk jaar weer anders. Worden huisartsen meestal verrast als de wachtkamer ineens vol hooikoortspatiënten zit?

Eva: Huisartsen handelen vooral reactief; we merken het aan ons spreekuur dat het hooikoortsseizoen begonnen is. Maar met zo’n snelle stijging aan pollen in de lucht kunnen er opeens tientallen mensen op een dag bellen met hooikoortsklachten. Toch betekent het hooikoortsseizoen niet zozeer veel werk voor de huisarts, omdat mensen met hooikoorts meestal bellen met de vraag of we (herhaal)medicatie kunnen voorschrijven en ze hoeven meestal niet door de huisarts gezien te worden. Het hooikoortsseizoen is dus vooral een erg drukke tijd voor de doktersassistentes.

8. Kan er op basis van ervaringen met griep en covid ook iets verbeteren in de aanpak van hooikoorts?

Eva: Wat betreft behandeling is er weinig overlap tussen de aandoeningen. Toch kunnen we er wat van leren, en dan met name op het gebied van preventie. Hooikoorts is natuurlijk niet besmettelijk, en het is niet mogelijk om anderhalve meter afstand van pollen te houden. Ook mondkapjes lijken erg beperkt effect te hebben. Maar toch is preventie mogelijk; zo weten we inmiddels dat het verstandig is al enkele weken voordat je klachten van hooikoorts verwacht te beginnen met behandeling omdat je daarmee de allergische reactie voor kunt zijn.

9. Geven huisartsen ook tips op het gebied van preventie?

Eva: Ja, op thuisarts.nl staan een aantal preventieve tips te vinden die ook door huisartsen worden gegeven.



10. Er is in het afgelopen jaar veel ervaring opgedaan met andere vormen van patiëntcontact, met name videoconsulten. Is dit voor hooikoortspatiënten misschien een blijvertje? 

Eva: Dat zal blijven. Omdat de diagnose hooikoorts vooral wordt gesteld op basis van het verhaal en niet op basis van lichamelijk onderzoek kan deze diagnose heel goed telefonisch of door middel van een e-consult gesteld worden. In het verleden gebeurde dat ook al vaak omdat mensen het toch makkelijker vinden even te bellen dan naar de huisarts te gaan.

11. Uit een enquête op Pollennieuws blijkt dat ruim 30% van de patiënten denkt klachten te krijgen van (de niet allergene) paardenbloem. Ook het eten van pissebedden komt jaarlijks terug als tip, net als gin drinken, zoenen en sex. Er lijkt dus nog wel wat te winnen op het gebied van algemene basiskennis. Is dit een taak voor de huisarts als onderdeel van het behandelplan?

Eva: Ik heb hier nog nooit van gehoord! Zo blijkt maar dat ik er niet consequent naar vraag….

Het zou misschien goed zijn om als huisarts meer aandacht te besteden aan de basiskennis van de patiënt. Ik probeer altijd in mijn voorlichting aan te sluiten op de voorafkennis van de patiënt, zodat mensen begrijpen waarom ze bepaalde preventieve maatregelen of medicatie kunnen nemen.

Maar ach, of mensen nou denken of ze klachten krijgen van het gras in het weiland of de paardenbloemen in het weiland, voor de behandeling maakt het niet uit toch?

12. Nog tips voor hooikoortspatiënten?

1. Hou hooikoortsradar.nl en pollennieuws.nl in de gaten.

2. Begin tijdig, liefst enkele weken voordat jouw hooikoortseizoen begint, met medicatie.

3. Als de vrij verkrijgbare medicatie klachten geeft of onvoldoende helpt, kan de huisarts je andere medicatie voorschrijven. Schroom dus niet om te bellen met de huisartsenpraktijk voor overleg.

4. Het gebruik van een neusspray in de neus helpt vaak ook tegen klachten van de ogen.


Voor meer informatie zie:

Website van het Nivel >>

Actuele weekcijfers aandoeningen – Surveillance >>

Hooikoortspagina Thuisarts.nl >>

afbeeldingen: Pixabay, Hooikoortsradar