Jeroen Buters van het ZAUM in München deed vorig jaar een onderzoek waarbij de verschillende systemen vergeleken werden. Er zijn meerdere apparaten in ontwikkeling op basis van verschillende principes. In hoofdlijnen gaat het om het aanzuigen van lucht met daarin allerlei chemische en biologische deeltjes, waaronder het pollen. Vervolgens is het zaak om het pollen te identificeren op soort. Het pollen van Berken ziet er namelijk anders uit dan dat van grassen. En je wilt ook graag het concentratieverloop van het pollen gedurende de dag weten. Hiervoor moet je precies weten hoeveel lucht er door het apparaat is aangezogen gedurende een bepaalde periode. Er zijn aardig wat technische uitdagingen te overwinnen om het proces goed te laten verlopen. 


Zo moeten de systemen goed functioneren onder allerlei klimatologische omstandigheden, van het ijskoude Noord-Zweden tot het bloedhete Zuid-Spanje. Hoe deze systemen precies werken is in eerder publicaties te lezen, zie links onderaan het artikel.

Telkwaliteit afhankelijk van apparaat in combinatie met algoritme.

Het herkennen van de soorten gaat net als bij gezichtsherkenning en het herkennen van vlinders en planten met slimme algoritmes. Die systemen worden steeds beter. Het is ongelofelijk om te zien hoe accuraat de apps zijn geworden waarmee je bijvoorbeeld planten of nachtvlinders kunt herkennen op basis van één foto. Ook voor het herkennen van pollen worden de algoritmes steeds beter, maar ze kunnen onderling wel sterk in kwaliteit verschillen. Het kan best zijn dat "systeem A" in combinatie met het “Finse algoritme” heel goed is in het herkennen van het Berkenpollen, maar dat hetzelfde "systeem A" in combinatie met het “Zwitserse algoritme” het graspollen weer beter kan identificeren.   

Een ander belangrijk aspect is het ijken van de apparaten, hoe weet je ook zeker dat de telling klopt? Hiervoor worden ter controle handmatige tellingen gebruikt op basis van het Hirst systeem. Voor dit onderzoek zijn deze tellingen ook per uur uitgevoerd en daarna opgeteld tot blokken van drie uur. Normaliter zijn dit dagtellingen.

Schimmelsporen

Sommige apparaten kunnen naast pollen ook sporen van schimmels zoals Alternaria herkennen. Die zijn over het algemeen wat groter dan pollen. De Alternaria heeft een vrij typische herkenbare vorm, de sporen lijken op een honkbalknuppel. Van schimmelsporen kunnen afhankelijk van het seizoen en het weer ook piekconcentraties ontstaan die hooikoorts-achtige klachten kunnen veroorzaken.

Foto: Sporen van Alternaria (honkbalknuppels) ook enige Cladosporium (kleinere muizenkeutels). Bron: I. Weichenmeier, ZAUM -Zentrum Allergie & Umwelt 

Chemische en biologische luchtkwaliteit

Pollen van bomen, grassen, kruiden en schimmelsporen zijn een component van de biologische luchtkwaliteit. In het Elkerliek ziekenhuis in Helmond en het LUMC in Leiden worden per dag de pollenwaardes gemeten met het Hirst-systeem, eens per week geteld en gepubliceerd. Hoe dit in zijn werk gaat kun je zien in de video op deze pagina. In Nederland wordt door het landelijk luchtmeetnetwerk (www.luchtmeetnet.nl) vooral gekeken naar de chemische samenstelling van de lucht (o.a. stikstof, fijnstof, ozon en ammoniak). Het autopollenprogramma is een project van EUMETNET (www.eumetnet.eu) een samenwerkingsband van de Europese weerkundige diensten. Het KNMI is wel lid van EUMETNET maar neemt niet deel aan het autopollen programma. De eerste fase van dit programma loopt van 2018 t/m 2022.

afbeelding: Kaart, gemaakt door het ZAUM instituut, van de automatische telsystemen die momenteel in Europa staan (https://www.zaum-online.de/pollen/pollen-monitoring-map-of-the-world.html ). Bij de rode punten staan verschillende modellen van automatische pollenmonitoren. De meest zijn de BAA500 of de Swisense Poleno.

Zie voor meer informatie over het netwerk in Beieren, Duitsland, het interview met Jeroen Buters, een Nederlander die aan de Universiteit van München werkt. Meer informatie over de werking van de systemen is te vinden in het artikel “grote proefopstelling pollentelsystemen in Munchen”.

De website waar je de verschillende systemen kunt vergelijken is hier te vinden. Online polleninformatie in Europa (BAA500) vindt je op www.pollenscience.eu